Algemeen advies is dat iemand met COPD voldoende beweegt, dat wil zeggen: dagelijks een half uur matig intensief actief zijn zoals bijv. wandelen, fietsen, zwemmen of fitness. Als een patiënt daar niet in slaagt door aanhoudende (angst voor) kortademigheid of door conditieverlies kan een patiënt doorverwezen worden naar een fysiotherapeut.
Verbeteren van inspanningsvermogen en ademhalingsoefeningen zijn twee belangrijke peilers binnen de behandeling. Ook zelfmanagement en vertrouwen om actief te zijn op eigen wijze zijn belangrijke onderdelen in de fysiotherapeutische behandeling van COPD.
Verbeteren van inspanningsvermogen
Het doel van verbeteren van het inspanningsvermogen is het gevoel van kortademigheid te verminderen en activiteiten van het dagelijkse leven (ADL) beter te kunnen uitvoeren. Dit om beter te kunnen deelnemen in dat dagelijkse leven.
Het inspanningsvermogen kan verbeterd worden door training, bijvoorbeeldop de fiets of loopband, krachttraining, en/of ademspiertraining. De training is maatwerk en specifiek voor elke patiënt. Daarvoor is onderzoek nodig zoals een longfunctietest en eventueel een fietstest.
Ademhalingsoefeningen
Ademhalingsoefeningen zijn gericht op verminderen van kortademigheidsklachten en verbeteren van kwijtraken van slijm. Oefeningen die aan bod komen zijn huffen en pursed lib breathing. Ook geeft de fysiotherapeut advies over houding bij kortademigheid en hoe activiteiten uitgevoerd kunnen worden met minder kortademigheidsklachten.
De fysiotherapeut die aangesloten is bij de zorggroep Fynon werkt volgens de richtlijnen van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, is geschoold op het gebied van COPD en heeft de benodigde apparatuur en ruimte die nodig zijn om een COPD-patiënt goed te kunnen behandelen.