Haptonomische zwangerschapsbegeleiding

Tijdens de zwangerschapsbegeleiding wordt aandacht besteed aan een drietal aspecten:
· contact met ongeboren kind
· dragende houding
· de bevalling

Contact met ongeboren kind

Vanaf het moment dat de bewegingen van het kind voelbaar zijn, ongeveer tussen de vierde en vijfde maand, kan de tastbare relatie tussen ouders en kind beginnen. Als vanzelfsprekend voegen de handen naar de gebaren van wiegen, strelen en omvatting. Uit de reactie die het ongeboren kind geeft blijkt dat de tastzin heel goed ontwikkeld is. Uit observatie blijkt hoe ontvankelijk het ongeboren kind is voor prikkels van buitenaf en hoezeer het er op reageert. Het maakt bijvoorbeeld zijn onlustgevoelens bekend door bruuske bewegingen, zoals moeders heel goed voelen bij drukte of wanneer bij plotselinge schrik het kind meeschrikt. Evenzo geeft het kind aan wat het behaaglijk vindt en hoe het zich toewendt naar goede aanraking en omvatting. De gebaren die mensen maken rond iemand die het dierbaar is, hebben altijd de vorm van een omvatting en koestering. Een goede aanraking verdraagt geen dwingende of knellende aspecten. Het is deze relatievormende omvatting die in de haptonomische zwangerschapsbegeleiding de leidraad vormt.

Het affectieve ontmoetingsspel van de ouders met het kind doet tevens een beroep op de motoriek van het kind; het kind volgt met beweging. Op een goede motoriek baseert zich de ontwikkeling van de intelligente vermogens, een bewegingsvol kind is nieuwsgierig en
leergierig in de goede zin van het woord. In het affectieve klimaat waarin deze ontmoetingen plaatsvinden kan ook de gevoelsontwikkeling van het kind zich harmonieus
inzetten. Iedere goede aanraking laat het kind voelen dat er vreugde is om
zijn bestaan.

Dragende houding

Tijd van verwachten betekent een groeiend kind dragen en er steeds plaats voor inruimen. Aan het geven van ruimte in de bekkenschaal besteden we aandacht. Het kind dat toeneemt in gewicht en grootte doet een voortdurend beroep op het goede lichaamsgevoel van de moeder. Al voelend zal de moeder moeten leren het kind zo precies in het midden van haar lijf te houden, dat ze er als het ware omheen is, en niet “achter haar kind aanloopt”, hetgeen o.a. te zien en te voelen is in de beruchte holle rug. Als de moeder het kind in het midden draagt, geeft ze het kind de natuurlijke steun. er is dan een natuurlijke eenheid te zien tussen moeder en kind, dit kan rugklachten tijdens de zwangerschap voorkomen. Uiteraard is een goed houdingsgevoel belangrijk voor een goede baringshouding. wanneer de moeder haar kind in haar midden draagt, heeft het de beste kans om goed in te dalen en zich klaar te maken voor de weg naar buiten. Het voelend dragen houdt ook de buikwand soepel, waardoor de kans op striae vermindert.

De bevalling

Met de toenemende bewustwording en zelfstandigheid van de vrouw verandert ook haar baringshouding en maakt de vrouw haar wensen duidelijk kenbaar. De baring vraagt grote psychische en fysieke kracht van de moeder, waarbij ze steun en aandacht van haar partner nodig heeft. In de haptonomische begeleiding wordt aan de vrouw en aan de man geleerd de ontsluitingsweeen zo samen op te vangen, dat de vrouw in de pijn niet verdwaalt of in paniek raakt, maar door de pijn heen voeling blijft houden met haar kind.

Beoogd wordt de moeder een goede gevoeligheid te geven voor de processen in haar lichaam, zodat ze dit gevoel durft te volgen en erop leert vertrouwen. Deze gezonde aandacht voor haar eigen lichaam opent de weg voor een natuurlijke en actieve bevalling waarin de moeder haar kind “vrij geeft” als hun beider uur is gekomen.

In deze tijd van pijnontwijking is het belangrijk dat de aanstaande ouders een goed inzicht krijgen in hun eigen reactiepatronen op pijn. In de begeleiding wordt getracht door middel van gedoseerde pijnbealsting een houding aan te leren waarin de barende
vrouw de pijn tegemoet treedt en niet ontwijkt.

Er worden dus geen technieken geleerd om de aandacht van pijn af te leiden, maar vanuit de betrokkenheid met het geboorteproces en het kind dat geboren wil worden, wordt de
pijn ontmoet, toegelaten, zodat de moeder geen belemmering teweegbrengt in de geboortegang van haar kind.